Liana Flu Winks
The Discombobulators

The result of this was that even during composition the cinematic atmosphere was created musically, and the music needed the accompanying films less and less; hence its presentation now as the ‘usual’ collection of numbers that make up an album, rather than (for example) a DVD production.

Each number is like a short film, with its own atmosphere, plot development and dénouement.
The music is multifarious, with a light touch of lo-fi (which nowadays refers less to recording on an old cassette machine with a broken Phillips microphone and more to a method of mixing and mastering that doesn’t use much compression or radically alter the sound of what was originally played).
Genres; Blaxploitation, Cult & Horror, Expensive Abstract Art, Cheap Soapy Trash, Rockumentary, Baroque Dub, Fake Documentaries. Etc…

here’s a song from the album;   How i lost my eyeball

Maybe you remember the unnerving blat sounds that Spider-Man’s horn section produced when the titular hero first discovered that he could climb walls — or maybe you don’t, but if you saw the film, you definitely remember the scene, and those sounds colored your experience. And that may well be all they did: they colored your experience.

Liana Flu Winks, it seems, was unhappy with this one-sided relationship.

Of course, in most movies, the script is written, then it’s filmed, and then the score is written and recorded. A standard orchestra plays standard, vaguely modern music, intentionally remaining anonymous. This is because, with the exception of fairly avant garde films like Birth and The Hours, the score is generally meant to be subliminal. The Discombobulators began as an intentional reversal of all of these trends — Liana Flu Winks recorded its music for filmmakers to use in their projects. Their only stipulation: the music came first. The films would come from the songs. Although the sonic side of the project found its way from Europe to the States without the accompanying video, you can still discern the trio’s intentions in the music. This is definitely film music. But even if it had been created for a specific movie, rather than movies being created for it, it’s difficult to imagine Liana Flu Winks fading into the background. This band is anything but subliminal.

Much of the joy of The Discombobulators comes from the way the band wildly mashes genres together without really worrying about how it’ll sound. The lovely mess begins with “Bay De bu”, a swampy, sleazy bit of noir jazz cross-bred with screechy art rock. The element that unites most of this music is sleaze — it’s like the sweaty, stinky, sexy glue that holds the band’s sound together, from “Theme from Hoezoufos”‘s retro surf-rock to “Schüblig Tah-dah!”‘s lounge/surf/march, to “Ghost Turds”‘ string-enhanced space rock flourishes.

Not that all of The Discombobulators sounds like something Starsky and Hutch could get down to — just the majority. It’s a tough competition for best song of the bunch, but “The Stars Your Destination” — featuring tight strings, danceable rhythm, Atari synths, slurred zombie-like speech from either Wilf Plum or Lukas Simonis, and Nina Hitz’s pretty voice floating in the background. “Shotputt Juice”, “Mutantes” and closer “Baroque Lobster” are cast in a similarly twisted-but-artsy light.

And through it all, Liana Flu Winks draw upon the language of cinema — the parts you noticed and the parts you didn’t. This thread of wry musical commentary, along with the near-constant sleaze and the band’s sense of musical adventure, make for an album as diverse in sound and style as it is unified in quality and strangeness.

Now, the thing that would really complete the whole cycle is a feature length film scored — in post-production — by Liana Flu Winks. Charlie Kaufman would do well to give them a call.

SPLENDID MAGAZINE

SPLENDID is a daily online music magazine for people with a voracious appetite for new music.

Dutch reviews

Lukas Simonis kennen we van Dull Schicksal, AA Kismet, Coolhaven en talloze andere projecten. In Liana Flu Winks doet hij het samen met Wilf Plum (ex-Dog Faced Hermans) en de Zwitserse Nina Hitz (The Barton Workshop, Daswirdas). Voor dit project was de insteek om “een soundtrack” te maken waarbij het de bedoeling was dat de muziek nu eens aan de film vooraf ging in plaats van andersom. Muziek dus waarbij je je beeldend vermogen flink de vrije loop kunt laten. Wat vooral opvalt is dat het materiaal lang niet zo experimenteel is als we van Simonis en zijn geestverwanten gewend zijn. Het is nog steeds geen hap-slik-weg pop, maar het klinkt voor de minder goed voorbereide luisteraar niet als volkomen ondoordringbaar geluid. De meeste nummers zijn zelfs een soort liedjes. Daarmee ligt er ook een gevaar op de loer. Wanneer je het album voor de eerste keer hoort, komt het allemaal wat slapjes en weinigzeggend over. Doorluisteren is ook nu weer het devies. Dan ontdek je dat elk nummer een eigen kleur heeft en zo als het ware een korte film op zich is met een eigen sfeer, plotontwikkeling en afloop. In elke track zit wel wat bijzonders en zo is het goed mogelijk je elke keer op een ander onderdeel van het nummer te concentreren. In de eerste helft van de cd staan een aantal op het eerste gehoor melige liedjes, verderop steekt het experiment de kop wat verder op. Die melige liedjes zijn bij nader inzien lang niet zo melig als het lijkt en de wat meer experimentele stukken zijn doorgaans goed beluisterbaar zonder het spoor kwijt te raken. Al met al is ‘The Discombobulators’ een erg boeiend album dat een goed begin kan zijn om de verdere verdieping te zoeken in ander werk van Simonis en zijn vele muzikale vrienden.

music from NL

Liana Flu Winks – The Discombobulators (cd, ZZZZZZ)

Ik wil eigenlijk helemaal geen onaardige dingen over Liana Flu Winks zeggen. Ik vind dat zo’n band die in de diepe marge van de muziekwereld opereert, die altijd zal blijven spelen in het kleine kraakpand-circuit en het zal moeten hebben van aardige woorden in de Fake of vergelijkbare buitenlandse bladen en waarschijnlijk ook helemaal niet anders wíl gewoon alle respect verdient. Maar waarom maakt het Schots-Zwitsers-Nederlands gezelschap in ruil voor dat respect niet eens wat meer muziek die ik ook nog begrijp? Waarom moet het per se zo’n verantwoorde mix van jazz, folk, ethnica, indierock en weetikveelwatvoorcore zijn die waarschijnlijk veel meer aandacht nodig heeft dan ik op kan brengen? Was het niet veel leuker geweest als men dat bewaard had voor live optredens, toen ik ze best oké vond en tenminste iets had om me op te concentreren en dan op cd juist wat meer de voorrang te geven aan de liedjes ? Ik zou The Discombobulators er in elk geval een stuk vaker om uit de kast hebben gepakt.

Martijn Grooten/thinksmall

2 december 2004

2 reacties op deze recensie;

gij zuurpruim! het is (op een enkel nummer over een drol na) een heerlijke plaat. hij heeft hier op continuous play gestaan!

Door andre , 6 dec 2004, 21:16

Tja, als je alleen maar postrock kan herkauwen, dan ligt iets afwijkends, lees interessants als gauw te zwaar op de maag

Door wibrand huiske , 14 dec 2004, 21:04

LIANA FLU WINKS | THE DISCOMBOBULATORS, CD, ZZZZZZ

Een soundtrack zonder film, is dat nog wel een soundtrack? Volgens Liana Flu Winks, een Schots-Zwitsers-Nederlands drietal, zeker wel, getuige het ‘Original Motion Picture Soundtracks’-logo op de albumhoes. Het was de bedoeling van dit project om de muziek nou eens aan de film vooraf te laten gaan in plaats van andersom. En daar is Liana Flu Winks met verve in geslaagd: The Discombobulators is rijk aan genres (pop, surf, mariachi, cult, horror) en zou een geslaagde soundtrack zijn voor vele (B-)films. Surfgitaarklanken, wazige orgels en gebruik van mandoline, ukelele, cello en trombone worden handig gecombineerd in een sound die laveert tussen exoticische easy listening en morbide grafmuziek. Een ‘ evil ’ broertje van The Herb Spectactles.

Rest mij als recensent een film te bendenken bij deze filmloze soundtrack. De Mariachi-sound, de surfgitaren en de zo nu en dan doorklinkende popinvloeden (het nummer ‘No-Goodnik’ bijvoorbeeld) zouden denk ik niet misstaan in het genre films dat Quentin Tarantino maakt. Een moderne spaghetti-western is ook een idee. Of Liana Flu Winks als actiemuziek bij een remake van een ‘campy’ jaren ’60-serie als The Green Hornet. Het hoge trash/cult/horror-gehalte dat The Discombobulators bereikt, past tenslotte ook wel bij een vette B-film als Plan 9 from Outer Space (1959, Ed Wood). The Discombobulators is een A-soundtrack voor B-films.

tekst: Ernst-Jan Hamel/kindamuzik

LIANA FLU WINKS | THE DISCOMBOBULATORS, CD, ZZZZZZ

Voor de ‘original motion picture soundtracks’ van Liana Flu Winks in… the Discombobulators verzamelde zich het puikje uit alle hoeken en gaten van de Nederlandse ehmm… underground. De leden van het discombo, bestaande uit Nina Hitz (The Barton Workshop, Daswirdas), Wilf Plum (ex-Dog Faced Hermans) en Lukas Simonis (ex-Dull Schicksal, Coolhaven), hebben totaal verschillende achtergronden, maar zijn altijd trouw gebleven aan tegendraadse en compromisloze muziek.

En inderdaad, de dwarse riedeltjes klinken vaak lekker, nuchter en simpel, maar zijn altijd verknoopt met een heel speciale invalshoek. Het eerste deel neigt naar luchtige easy tune, op de tweede helft van de cd gaat het wat steviger en hoekiger tekeer. Een mooie, intrigerende plaat met filmische muziekjes.

fret(NL)

;Liana Flu Winks – The discombobulators (Cd op ZZZZZZ records)

Band opgetrokken uit leden van AA Kismet, Dog Faced Hermans, Ex, Kift, Dull Schicksall etc. En precies in die lijn zit het plaatje ook. Is hier reeds eerder besproken in demo-versie, nu (eindelijk) te verkrijgen als cd.

blue log (NL)

german reviews

The Discombobulators starring Liana Flu Winks “Original Motion Picture Soundtrack” (ZZZZZ Records 2004)

Die haben vielleicht einen tollen Namen! The Discombobulators – darauf muss man erst mal kommen! Natürlich macht eine solche Combo seltsame Musik, natürlich schön schräg und von Humor durchdrungen sowie stilistisch nirgends wirklich einzuordnen. The Discombobulators sind Nina Hitz, Wilf Plum und Lukas Simonis, die allesamt jede Menge Instrumente spielen; sowie einige Gäste, die allerhand Stimmen und Instrumente beitrugen. Um es doch mal mit den typischen Schubladen zu versuchen: hier begegnen sich Prog, Jazz, Ska, Theater- und Zirkusmusik mit dem Geist von Frank Zappa und einem zarten Hauch Lo Fi, etwas Postrock und eine Menge vom virtuosen Geist eigener Kreativität und lustvoller Intonation. Und es gibt eine zarte Parallele zu den amerikanischen Freak Out Comic Rockern von Cortex Bomb, denen es hoffentlich gut geht und die nicht aufhören mögen, solch eigenartige Musik zu schreiben/spielen.

The Discombobulators haben die Songs von Bob Drake mastern lassen, der den Anarcho-Klang perfekt zur Geltung kommen lässt. Ein tolles Album mit 15 zumeist sehr kurzen Tracks, die jeweils eine komische, witzige, abgedrehte Schräglage haben, die den Genuss des Hörens sehr kurzweilig und vergnüglich machen. Doch dabei geht das Trio nicht billigen Wegen nach, sondern bastelt erstaunlich komplexe Songs mit virtuosen Soli und aufwändigen Strukturen. Niemals jedoch gibt es Altbekanntes zu hören. Und das ist ein großer Pluspunkt für die sowieso grundsätzlich fabelhafte und absolut und unbedingt empfehlenswerte Platte. Zu all den Kriterien, die man sich einfallen lassen kann, um eine CD zu checken, wie etwa Klang, Komposition, Interpretation, Präsentation muss eigentlich ein weiteres, unabhängiges Kriterium als wichtigster Punkt eingefügt werden: Unabhängigkeit. Unabhängigkeit von Stilen, Einflüssen, Vorgaben. Entfernung vom Mainstream, die Eigenart, Ehrlichkeit. Viele sehr gut eingespielte Platten mit tollen Songs taugen das Material nicht, auf dem sie gespeichert sind, weil die Leute sich gepflegt einem Stil einordnen und ihm nichts Neues hinzufügen. Leider ist das sehr häufig der Fall.

The Discombobulators würden hier die volle Punktzahl bekommen. Weil sie nichts dergleichen spielen. Das schräge, liebevolle Werk ist äußerst sympathisch und kann selbst einem aufgeschlossenen Mainstream-Publikum gefallen, ohne auch nur ansatzweise daraufhin gearbeitet zu haben. Jetzt will ich aber den Film sehen, für den diese Musik steht. Das muss sein!

ragazzi music (brd)

Und weil ich mal wieder nix verstanden habe, hier noch ein notwendiger Zusatz von der Band:

dear Volkmar,

thanks for the very good review!

there’s just one thing that might be confusing; the name of the album is ‘the discombobulators’ and the name of the group is ‘liana flu winks’.

of course you are right that ‘the discombobulators’ is a good band name but we were allready LFW. it’s also a bit a wink to 60’s and 70’s exploitation TV and films (the persuaders, the avengers, etc.)

all the best!

lukas

Wenn ich mal groß bin und eine Band gründe, dann nenne ich die The Discombobulators und dann mache ich Rock’n’Roll, na klar!VM

radio Z website (brd)

Liana Flu Winks , in…the Discombobulators

ZZZZZZ Records, 2004 15 tracks – 42 Min.

Schon mal von Liana Flu Winks gehört…oder den Discombobulators ?

Eher nein? Ich kanns euch nicht verdenken, obwohl es so einprägsame Namen sind. Und wenn mensch die Musik hört, denkt er vielleicht doch, so etwas schon mal vernommen zu haben. Und das ist seine Schuld nicht. Aber des Rätsels Lösung ist naheliegend. Eine Handvoll Mitwirkende, die HörerInnen dieser Sendung ein bisschen vertraut sein könnten in ihrem Drang, Popsongs wunderlich in sich selbst zu verdrehen und damit zu ihrem eigentlichen Selbst zu verhelfen: als Hörfilm, Kino fürs Ohr. Und so begab es sich: Liana Flu Winks, ein schottisch-schweizerisch-holländisches Trio formierte sich 2001.

Alle Mitwirkenden hatten da schon reichliche musikalische Erfahrungen gesammelt.

Nina Hitz z.B., die Bass, Cello und Orgel spielt, in den Ensembles für neue Musik „The Barton Workshop“ und „Daswirdas“, wo sie sich mit Christian Wolff oder Morton Feldman beschäftigt.

Wilf Plum, Schlagzeug und manch anderes, trommelte schon für die Dog Faced Hermans und später ua bei Rhythm Activism sowie dem ExOrkest.

Lukas Simonis ist vorrangig mit Gitarre und anderen Saiteninstrumenten wie Banjo und Ukulele zugange. Das war er schon bei Trespassers W (unlängst als Wiederveröffentlichung hier auf ZORES vorgestellt) und Dull Schicksal, ferner mit Chris Cutler und Bob Drake bei VRIL und, das könntet ihr kennen, weil wir es hier auch schon vorgestellt haben: AA Kismet hiess das Duo.

Aber hier und heute Vorhang auf für Liana Flu Winks und ihre musikalischen Sensationen:

Zuerst war da Musik, und die sollte – Lianas Cellulois Projest – in Filmen umgesetzt werden.

Martha Colburn drehte „A little dutch thrill“, Joost van Veen „Ghost turds“, um nur diese beiden zu erwähnen. Die Songs hatten also schon eine Dramaturgie in sich, einen plot, einen Höhepunkt und ein spannendes Finale. Ja, es funktionierte so gut, dass die Musik von Liana Flu Winks auch ohne laufende Bilder wirkt. So kann jetzt JedeR zur Musik seine/ihre eigene Fantasie ins Laufen bringen oder alles für das nehmen, was es auch ist: herrlich schräge, skurrile, klangvolle Popmusikperlen. Und zudem richtige handgemachte Musik, die ungeniert die Genres plündert und aus ihren Bestandteilen liebevoll neu zusammensetzt. Irgendwo zwischen Blaxpoitation, Horror Hop, Barockdub, fingerlickin´ goods und Orgeltrash – und der allerletzte Tango ist natürlich auch dabei: Liana Flu Winks kennt und kann das alles und noch mehr. Puristen haben leider manchmal Pech. Wir aber können Spass haben.

The Discombobulators heisst dieses Album von Liana Flu Winks. Musikalisch sehr reichlich in den Zutaten, diese aber überlegt gerührt und nicht geschüttelt. Drei souveräne MusikerInnen sind da am Werk und wir HörerInnen können uns zurücklehnen, die Augen schliessen und schauen, was beim Hören hinter den Lidern abgeht. Artrock zwischen Spielzeugsinfonie und Singer/Songwritertum, mit vielen Links zu heftiger Dröhnung und munterem Low-Fi. Musik ist eben manchmal grösser als das Leben. Das gilt auch für 15 Songs in 42 Minuten und liegt nicht zuletzt am Reiz unwiderstehlicher Melodien, die Liana Flu Winks mal eben so unters Volk streuen. Ja, in den Hitparaden wird mensch das leider wohl nie finden, und das ist eigentlich schade. Aber die Quote für gutgemachte, unterhaltsame und erstaunliche Musik erfüllen wir mit dieser CD gerne. Erschienen ist „The Discombobulators“ von Liana Flu Winks auf dem label ZZZZZZ Records und wird von dieser Redaktion gerne und enthusiastisch empfohlen.

Anspieltips: 1 Bay be du – 2 Finish Tango – 4 schüßlig tah-dah – 6 Mr. Hole-in-one – 7 The Stars Your Destination – 11 skarede znicit – 15 baroque lobster – 13 a little dutch thrill

radio Z website (brd)

Kritiker-Bestenlisten 2004

– issued January 2005 –

critics best of lists 2004

Thomas Mauch

1. Martin Dean – The Best Of Martin Dean

2. David Thomas – 18 Monkeys On A Dead…

3. Old Time Relijun – Last Light

4. David Grubbs – A Guess At The Riddle

5. Markku Peltola – Buster Keatonin Ratsutilalla

6. Kim Hiorthøy – Melke

7. Superpunk – Einmal Superpunk Bitte!

8. Liana Flu Winks – The Discombobulators

9. Nmfarner – Die Stadt

10. Giant Sand – All Over The Map

LIANA FLU WINKS The Discombobulators (ZZZZZZ Records, Z6 0994): Die Postmoderne ist unser Schicksal. Aber nur noch selten wird einem das so tongue-in-cheek und mit soviel Charme bewusst gemacht wie bei diesem in Rotterdam ansässigen schweizerisch-schottisch-holländischen Trio. An Orgel, Bass & Cello musiziert Nina Hitz, die ansonsten in Ensembles wie The Barton Workshop spielt oder mit Daswirdas Cage und Feldman aufführt. Der Drummer & Multiinstrumentalist Wilf Plum kann auf eine wilde Zeit mit den Dog Faced Hermans zurückblicken, trommelte nach deren Auflösung Mitte der 90er in Kanada bei Rhythm Activism und zurück in Holland bei Donkey und dem Ex Orchestra. Dazu gibt es ein Wiederhören mit Lukas Simonis an der Gitarre, Garant niederländischer Sophistication mit Acts wie Trespassers W, Dull Schicksal und Morzelpronk und zuletzt mit VRIL zu bewundern auf einem ähnlichen Trip in File-under-popular-Gefilde. Die waren in den alternativen 80ern durch ihre wild wuchernde Undefinierbarkeit definiert, durch Eklektizismus & Fake, durch ein souveränes Als-ob, das alle Möglichkeiten der Populärmusik & anderes für eigene Zwecke entfremdete. Liana Flu Winks erplündert und erwildert sich ein musikalisches Kaleidoskop, das durch Sounds wie von B-Movie-Soundtracks der 60s & 70s die Welt des Kaum-zu-Glaubenden – und das ist immer die Welt next door – aufleben lässt. Wie schon bei VRIL wäre für solches Genre-Hopping und solche ‚Lullabies from Heaven and Hell‘ Easy Listening nur ein irreführendes Etikett. Bei den 15 Discombobulators-Songs & Instrumentals herrscht die Schräglage des nonchalant Billigen, Trashigen und gerade dadurch Kultigen. Das Hitz‘ige Käsegeorgel weckt Erinnerungen an die genialen Deep Freeze Mice, im nächsten Track geistern Proof Of Utah durch den Raum und Simonis rockt, funkt und twangt dazu, als ob die Popgeschichte ein einziger Flohmarkt und Ramschladen wäre und man sich nur ungeniert seine Betty-Page-Burlesque, sein Pussycat-Potpourri oder seinen Gert Wilden-Cocktail mixen müsste. File under: Aliens forced us to play the wrong music.

Rigobert Dittmann/Bad Alchemy April 2005